Siem Reap
Nadat we aangekomen waren in Siem Reap zei Stig dat we zes keer van vervoer middel gewisseld hadden, ja, je moet er wat voor over hebben om een beetje te reizen. Siem Reap is een klein plaatsje met
zo'n twee miljoen bezoekers per jaar, die komen allemaal voor Angkor Wat (op wat sextouristen na), de tempels. De tempels waren fantastisch om te zien en helemaal als je er boven op eentje zit om
naar de zonsondergang te kijken maar wat ik misschien nog wel leuker vond was, om de vrienden van Stig te ontmoeten, hij was hier betrokken bij een project dat helaas opgeheven is, maar hij heeft
nog steeds contact met sommige, zoals Moon and Peter die ons bij een thuis hadden uitgenodigd, nu vind ik het Khmer eten al het beste van Azië maar niets is beter dan lekker eigen gemaakt
natuurlijk. Het was een fijne avond en ik vond het verfrissend om Moon te horen praten, standaard conversaties in ontwikkelingslanden zijn dat westerse mensen zeggen: oh, wat een armoede en wij
maar zeuren thuis en de lokalen reageren dan met: ja erg he, maar ja wat moeten we. Moon en Peter hebben nu een stuk land gekocht en laten een huis (1 kamer) bouwen, het is een stapje, ze werken
lange dagen keihard zodat hun kinderen een goeie opleiding kunnen volgen zodat hun het goed hebben. Zo ook een andere vriend van Stig die ons mee nam naar een wegrestaurant,gezellig met z'n 3en op
de motor, deed me denken aan Nepal, alleen toen gingen we 90 km per uur, lekker zonder helm natuurlijk. Hij werkt in een ziekenhuis en in het weekend studeerd hij in Phnom Phen en dat al voor drie
jaar, dat is pittig, Stig sponsort hem een beetje zodat hij de bus kan pakken naar Phnom Phen.
Maar een andere vriend van Stig was weer het standaard geval, hij was een gids en heeft ons mee genomen naar de tempels, wat hij wel goed deed was dat hij spaans aan het leren was, maar de rest was
standaard wanneer hij over zijn land vertelde, ja het is triest wat hier allemaal gebeurd is en als je de geleerde laag uit een bevolking haalt is het lastig om weer op te krabbelen, maar het is
altijd wijzen, Thailand en Vietnam willen niet dat we rijk worden bla bla bla, als voorbeeld, met een ernstig gezicht zei hij dat ik mijn kaartje moest pakken en hij wees naar het bedrijf op het
kaartje, jaha, zegt ie, een Vietnamnees bedrijf en huppa daar waren de puppie ogen, ja sorry, dan moet ik gewoon lachen en dat was een reactie die hij nog niet eerder had meegemaakt, ik zeg tegen
hem, je hebt de grootste tempel ter wereld en er is absoluut niemand in Cambodja die zegt, he, hier gaan we ff geld aan verdienen - ja maar de regering...- ach schei uit met je regering die gaat
gewoon voor het grootste zak geld- ja erg he zegt ie, maar het is zoals het is- en daar zit hem precies het mentaliteit verschil met westerse landen, ik heb dat nu in zoveel landen gezien,
verandering moet uit de mensen zelf komen maar het is zoals het is, ja dan veranderd er nooit wat, ja maar jij bent in Nederland geboren, jaha dat klopt, ik word s'ochtends wakker en dan eet ik een
stuk kaas, rol ik een blowtje en trek ik mijn klompen aan om in de tuin tussen de tulpen mijn geld boompie te snoeien. Ik denk dat Nederland ook wel genoeg oorlogen heeft gehad maar het gaat om de
mentaliteit, Na de 2e wereldoorlog kwam hier een hoop ontwikkelings geld, het platgebombadeerde Rotterdam werd de grootste haven ter wereld in 1962 en hield deze positie vast tot Shanghai het in
2004 over nam, dat is een stukje mentaliteit, ach goed, ik word gewoon een beetje moe van al die westerse mensen die maar zeggen (en dan het liefst met een vingertje erbij) bedenk nou maar eens hoe
goed je hebt in je eigen land, nou oké, bedankt Nederland, bedankt generatie die zich eigen de klote in heeft gewerkt zodat een stomme loodgieter als ik een beetje kan reizen, bedankt voor de
mentaliteit om controle over mijn eigen leven te nemen, bedankt dat ik lekker kan ouwe tering hoeren over niks, bedankt dat ik denk dat het gras altijd groener kan zijn en dat ik zelf het gras
groener maakt.
Battambang
Er is voor mij maar 1 manier van reizen wat het leukst is en wat een verassing, dat is per boot. Het leek ons wel een leuk idee om de rivier af te varen naar Battambang. Ik had me eigen een smalle
rivier voorgesteld met hoge bomen aan weerskanten, misschien zouden we wel wat apen zien ofzo, Stig dacht er hetzelfde over bleek later want in plaats van een smalle rivier was het meer een enorme
delta, wat een waanzig uitzicht gaf, ik vond het vooral bijzonder hoe die mensen daar leefde in een wereld van water en natuurlijk heb ik weer een slang gezien, in het water deze keer, ik weet ook
niet wat ik er mee heb. Battambang zelf vond ik niet zo heel bijzonder en Stig vond dat ook niet, dus de volgende dag gingen wij naar
Phnom Phen
Phnom Phen is de hoofdstad van Cambodja en veranderd in een rap tempo. Als je hier bent dan moet je wel naar de killing fields, Pol Pot en de Khmer Rouge zijn algemeen bekend, ze vermoorde dokters,
leraren, geleerde, en mensen met een bril, ook vermoorde ze hun kinderen want als je een land wilt veranderen dan moet het tot de wortels uitroeien, volgens mij zijn er zo'n 3 miljoen mensen
vermoord op een bevolking van 9 miljoen, Cambodianen door Cambodianen. Er zijn hier niet zoveel oude mensen in Cambodja daarom noemen sommige van Stig's vrienden hem opa. Toen ik hier rond liep
bedacht ik me eigen dat je altijd door de geschiedenis van een land gaat door zijn oorlogen, het is natuurlijk ook het meest aangrijpend in een geschiedenis, maar het blijft wel een beetje gek
natuurlijk.
Hier in Phnom Phen was het tijd om een nieuw mobieltje te kopen, de mijne legt ergens in Angkor Wat. Ik wilde natuurlijk wel een beetje merk en een leuk kleurtje, 18 dollar, dat is toch mooi,
alleen leest hij mijn Chinese sim kaart niet, maar ja, ik gebruik hem voor nu toch alleen als wekker en mij wekker verteld me dat het tijd is voor strand.
Kep
Kep is een gehucht met een lelijk strand en er gebeurt helemaal niks, zo dat is lekker. Ik had in de lonely planet gelezen dat ze hier de beste krab met de beste peper (uit Kampot) hadden. Nu neem
ik dat niet zo serieus maar het moet even geprobeerd worden natuurlijk, van de vier dagen had ik drie keer krab gegeten (1 keertje garnalen) het is waanzinnig lekker, een bord vol verse krab voor
een paar euro en dat sausie, daarvoor is Kep zeker een bezoekie waard. De saus bestaat uit grof gemalen (Kampot) zwarte peper, een beetje limoen, suiker en zout, het is zo lekker dat we naar de
markt in Kampot moesten om peper te kopen (geen zorgen pa, ik heb voor jouw ook een zakkie), de markt is een ervaring op zich, nauwe paadjes en overdekt op zo'n 1 meter 65 hoog en overal tonnen met
levende vissen en dingen wat er op lijkt.
Ook zijn we een daggie naar Rabbit Island geweest, lekker een prive strand opgezocht, we moesten natuurlijk een beetje relaxen voordat we naar Vietnam gingen. Nu had Stig er mij van verzekerd dat
we geen visum nodig hadden voor Vietnam, dat klopt half, hij heeft geen visum nodig omdat hij Zweeds is, ik zat vast op de grens, ik stuurde voorzichtig aan om 'iets te regelen' maar het mocht niet
baten, nadat Stig 35 minuten in Vietnam was kwam hij weer terug, ik vond dat wel een fijne gedachte want dan kon hij op mijn tassen letten in de bus, we besloten om naar de plaats heen te gaan waar
we niet naar toe wouden, Sihanoukville, een badplaats, we moesten overstappen in Kampot en dat was voor mij het moment om te zeggen: Stig, waar is mijn rugzak -nou daar zegt ie- nee dat is mijn
dagrugzak met belangrijke spullen -oh, had je nog een tas dan- ehm ja, mijn rugzak was in Vietnam.
Sihanoukville
Door een speling van het lot waren we hier beland en tot mijn genoegen kwam ik erachter dat het strand Serendipity beach heette, ach die gekke meid zit ook vol met verrassingen, een dag later werd
mijn tas bezord in het guesthouse. Aanvankelijk was het de bedoeling om hier alleen het visum te regelen maar we hadden het zo naar onze zin dat we een tijdje bleven en zodoende had Stig geen tijd
meer om naar Vietnam te gaan, maar je hoeft geen medelijden te hebben hoor. Nadat Stig vertrokken was zat ik een beetje op facebook, Wendy (als in Wendy Meder voor bekenden) stuurde een berichie
dat ze in Singapore was met weinig zon, waarop ik zei dat ze dan beter hier naar toe kan komen, dat vond zij ook wel een goed idee, een paar toffe dagen gehad met als mooie afsluiter bier drinken
door een snorkel op een boot tripje. De volgende dag was ik aardig kapot en Wendy zou s'middags vertrekken, toen we aan het ontbijt zaten op het strand begon het een beetje te regenen, dat was voor
mij het signaal om na een kleine twee weken Sihanoukville te verruilen voor Ho Chi Minh (Saigon)
Helaas blinkt niet alles als een hondenlul in de maneschijn, Hierna zal nog een verhaaltje verschijnen over Vietnam en daarna ga ik terug naar Shanghai om daar de feestdagen te vieren, begin
Januari vlieg ik terug naar Nederland en dan plaats ik mijn laatste verhaal.